GEERTJE
foto: Kasper Veenstra • www.veenstravisueel.nl
Ik ben Geertje Aalders (1983) en ik werk als Illustrator. Mijn dagen zijn gevuld met het maken van dingen. Papieren dingen, geschilderde dingen, pentekeningen. En ik besteed veel tijd aan het onderzoeken van iets, het vinden van bijzonders en het bedenken van oplossingen.
Misschien dat mijn papercuts je wel eens zijn opgevallen in een blad. Maar ik maak papercuts voor veel meer doeleinden. En ik maak naast papercuts nog veel meer soorten illustraties die je misschien nog niet eerder hebt gezien. Natuurgetrouwe olieverfschilderijtjes van insecten bijvoorbeeld. Of pentekeningen en potloodtekeningen. En poep. Om onverklaarbare redenen vond een opdrachtgever mij het meest geschikt voor het illustreren van dierenkeutels. En na die ene poepreportage volgden er – tot mijn grote vreugde – vele andere.
Voordat ik aan een nieuw project begin ruim ik mijn atelier op en zet ik alle boeken terug waar ze horen. Dan haal ik alles wat ik nodig heb voor het nieuwe project weer tevoorschijn en kan ik starten. Het is een belangrijk ritueel voor me geworden.Ik begin met wat ik ‘vooronderzoek’ noem: ik pluis een beestje, een jaargetijde, een natuurgebied, thema of volksvertelling he-le-maal uit. Ik verzamel alle vindbare informatie en beeld uit boeken, van internet en van buiten en ik maak voorschetsen. Om meer te lezen over hoe ik te werk ga kun je mijn illustraties aanklikken. Per project staat omschreven – de ene keer uitgebreider dan de andere keer – hoe een illustratie tot stand kwam.
Ik ben graag buiten. Het liefst in het bos. Als je me zou zoeken vond je me niet, ik kies konijnenpaadjes en de smalle sluiproutes van reeën. Een wandeling met mij lijkt me vermoeiend: vind ik er één dan wil ik perse een uilenbal uiteen pulken om te zien wat er op het menu stond. Ik sta te klooien met mijn rugzak op zoek naar de verrekijker om een vogel te bestuderen die meestal al lang vervlogen is. Ik help een mestkever oversteken. Of inspecteer een hol om te bedenken welk dier er woont. Ik achterhaal wel eens of een keutel vers is, zodat ik kan berekenen of we het zwijn nog tegen kunnen komen. Dat is nog nooit gebeurd. Mooie doorkijkjes leg ik vast in mijn hoofd, dode insecten neem ik mee.In mijn atelier vind je veel oude spullen. Vaak zijn deze boeken, blikjes, doosjes met zoveel aandacht ontworpen, het stimuleert me om de tijd te nemen iets uit te zoeken en met geduld wat moois te maken.Het is best lastig te achterhalen waar ik een idee vandaan haal. Ik zie veel en onthoud veel, ik verwonder me en verzamel van alles. En al die dingen samen komen er zo nu en dan weer uit als een heel nieuw iets. Ik vind plezier in het geluid van de wind, ruisend door een populier. En in een puntgaaf radijsje. Hoe een eend een tijdje met alleen zijn billen boven water zwemt. In de rare dingen die mensen tegen elkaar zeggen zonder dat ze het door hebben. Hoe een rups zich voortbeweegt. In een sprookje van Duizend en één nacht. Dat er reigers over de Albert Cuijp lopen. De geur buiten na een flinke regenbui op een zomerse dag. Het krakende gevoel wanneer je een harde champignon doormidden snijdt. Dat een dik schaap héél laag kan brullen en een grote geit juist ongepast hoog. Hoe sommige mensen op hun hond gaan lijken. Dat tijdens het fietsen een insect precies op het midden van je voorhoofd terecht komt. En de herrie die dat maakt.
Ik vind in veel dingen plezier en ik verwerk deze kleine verhalen in mijn illustraties. Soms heel letterlijk, wanneer ik bijvoorbeeld een mythologische vertelling naar het nu vertaal in een illustratie. Of wanneer ik een mooie bosrand omzet naar een papercut. En soms heb ik geen flauw benul van welk plankje uit de archiefkast die mijn hoofd heet het idee kwam.